In deze uitgave van Bint beginnen wij met een nieuwe rubriek, genaamd: “oude huizen uit ons dorp met al hun bewoners”. Ik vond het erg leuk om deze nieuwe serie te beginnen met mijn eigen huis, waar ik met mijn man en 2 dochters in 2003 ben komen wonen, Hoofdstraat 31.

Ik ben mijn zoektocht naar informatie dicht bij huis begonnen, want waar kan je beter beginnen om informatie te verkrijgen over dit pand dan bij de inwoners van ons dorp.

Toch viel het niet mee om de verschillende informatie die ik kreeg met elkaar te rijmen. Er leven helaas niet veel mensen meer die over deze tijd kunnen vertellen.

Piet Versteeg, de vorige bewoner van Lisboa aan de Hoofdstraat 20, wist zich verhalen te herinneren die zijn vader en opa vertelden.

De geschiedenis van ons huis zou volgens hem eigenlijk begonnen zijn met de bouw van Lisboa, schuin tegenover nummer 31. Schipper Buys liet rond 1870 Lisboa bouwen. Hij was getrouwd, maar veel van huis. Zijn vrouw vond het huis na enige tijd veel te ver van de weg af liggen, zij zag te weinig van wat er op straat gebeurde. De heer Buys liet vervolgens jaren later aan de overkant nummer 31 bouwen en ze hebben hier jaren gewoond. Zij kregen geen kinderen.

Maar de Heemkundekring die natuurlijk ook over heel informatie beschikt, vertelde mij dat Jan Hatenboer in 1903 het pand nummer 31 heeft gebouwd.

Hoe het ook zij, in het begin van de vorige eeuw woonde de familie Heijblom in dit huis. In die tijd hadden vele mensen uit het dorp een bijnaam, en de bijnaam van Jan Heijblom was Piet Heyn. Op mijn vraag aan Piet Versteeg hoe hij aan die naam kwam, vertelt Piet dat zo’n naam groeit en dat mensen na jaren niet meer beter weten.

Zij kregen 3 dochters, Katrien, Pietje en Drika.

Onze buurvrouw herinnert zich dat Katrien en Pietje heel veel aan kantklossen deden, wat destijds door veel vrouwen in ’s Gravenmoer werd gedaan. Jonge vrouwen kantklosten aan huis en verdienden op deze manier daar hun brood mee. De dames Heijblom hadden ook altijd prachtige randen van kant aan hun jurken, vertelt de buurvrouw.

Zij hadden een moestuin waar zij veel groenten en fruit verbouwden en dat de kelder helemaal vol stond met potten ingemaakte groente en fruit. Daar besteedden zij veel werk aan.

Bij het binnen gaan van het pand kwam je destijds in een lange smalle gang met aan weerskanten kleine kamertjes. De dames verhuurden deze kamers aan verschillende pensiongasten.

Drika was veel ziek en lag vaak op bed in een van deze kamers. Zus Pietje werkte bij de heer Volk die verderop in de Hoofdstraat op nummer 54 woonde. Hij was directeur van de Holland-Amerika Lijn. Zij was daar hoofd van de huishouding en had o.a. een dienstbode en een chauffeur onder haar hoede. Er werden ook veel diners gegeven. Pietje werkte hard en was vroeg aanwezig, maar ging ieder avond naar huis om daar te slapen.

Meneer Volk was getrouwd, maar nadat zijn vrouw was overleden en hij ouder werd, wilde hij niet meer alleen in het grote huis blijven wonen. Hij zorgde ervoor dat er aan het ouderlijke huis van Pietje aan de achterkant een gedeelte werd aangebouwd en daar bleef de heer Volk tot aan zijn dood wonen, verzorgd door Pietje.

Verder kreeg ik ook informatie van Joke Dekkers. De opa en oma van Joke Dekkers woonden achter het huis in het witte huis wat meer naar achteren stond.

Oma werd erg ziek en is door de zussen Heijblom verzorgd. Zij is op jonge leeftijd overleden. Opa Evert bleef met 6 kleine kinderen achter en is nooit hertrouwd. De zussen Heijblom hebben opa geholpen met het verzorgen en opvoeden van de kinderen.

Toen de zussen ouder werden en zelf wel wat hulp konden gebruiken, heeft de moeder van Joke op haar beurt weer de zussen geholpen met het huishouden en boodschappen doen. Zij zijn alle drie over de 80 jaar geworden.

Na hun dood is het huis naar de kerk gegaan.

In 1998  hebben de heer en mevrouw Elsman het huis voor hun zoon gekocht. Hij zou er met zijn gezin in gaan wonen. Terwijl de heer Elsman met zijn vrouw in België woonde, heeft hij ondertussen het pand grondig verbouwd en van alle kleine kamertjes één grote ruimte gemaakt. De voordeur werd niet meer gebruikt, maar vervangen door een 2e voordeur aan de zijkant van het huis. Er kwam een grote keuken en bijkeuken en achter de bestaande aanbouw werd een stuk tuin opgeofferd om nog een stuk aan het huis aan te bouwen.

Ook de bovenverdieping werd aangepakt en ook daar kwamen een paar kamers bij. Het pand bestaat nu uit een voorhuis en een achterhuis.

In 2003 zijn wij in dit pand gaan wonen.

Wij wonen er inmiddels alweer 15 jaar en ook wij zijn voortdurend bezig met het onderhouden en verbeteren van ons huis.

Maar als je zo even teruggaat in de tijd, realiseer je je hoe bijzonder het is om in een huis te wonen waar al generaties lang hebben geleefd.

In mijn zoektocht naar informatie over ons huis is mij duidelijk geworden, dat het zeker niet makkelijk is om de geschiedenis van oude huizen te achterhalen. Sommige verhalen bevestigen elkaar, en andere spreken elkaar juist tegen. Ik ben nu wel erg nieuwsgierig geworden of ik het verhaal compleet kan maken, dus iedereen die aanvullende informatie kan geven is welkom!

Marianne Zwijgers